In Nederland woont ongeveer 16% van alle 80+’ers in een verzorgingshuis (Bron; zorginstituut Nederland 2015). Hoewel dit aantal relatief laag is, merken wij dat veel mensen er wel van uitgaan dat ze op een gegeven moment in een verzorgingshuis terecht kunnen komen. Dit brengt allerlei vragen met zich mee maar de meest gehoorde is toch wel; Wat moet ik op dat moment per maand zelf gaan bijdragen?
De Wet langdurige zorg (Wlz)
Wanneer u naar een verzorgingshuis gaat, zal u zorg ontvangen vanuit de ‘Wet langdurige zorg’ de Wlz. Onder de Wlz heb je twee soorten bijdragen; de lage eigen bijdrage en de hoge eigen bijdrage. De lage eigen bijdrage betaalt u in de meeste gevallen voor de allereerste 6 maanden dat u van de Wlz gebruik maakt, vervolgens betaalt u altijd de hoge eigen bijdrage. Er zijn enkele uitzonderingen waarin u de lage eigen bijdrage blijft betalen, daar gaan we hier verder niet op in maar deze kan u vinden door hier te klikken.
Berekening eigen bijdrage
Maar wat bent u nou iedere maand verschuldigd? Omdat de lage eigen bijdrage vaak maar voor een korte periode geldt kijken we in dit stuk uitsluitend naar de hoge maandelijkse eigen bijdrage. Om uw precieze hoge eigen bijdrage te berekenen heeft het Centraal Administratie Kantoor (CAK) een rekentool op haar website opgenomen wat u kunt vinden door hier te klikken. Het CAK zal altijd naar uw verzamelinkomen van 2 jaar geleden kijken om uw eigen bijdrage te berekenen. Kortom; om uw eigen bijdrage aan de Wlz in 2017 te berekenen kijken ze naar uw verzamelinkomen over 2015. Uw verzamelinkomen is een combinatie van uw inkomsten die aangegeven worden in Box 1 als uw vermogen/spaargeld wat aangegeven wordt in Box 3. Het minimale bedrag dat u verschuldigd bent is €591 per maand. Let op; afhankelijk van uw verzamelinkomen, kan dit oplopen tot maximaal €2.312 per maand. Kort samengevat; hoe hoger uw verzamelinkomen, hoe hóger uw eigen bijdrage.
Eigen bijdrage bij een eigen woning
In de praktijk is te zien dat bij de meeste mensen die naar een verzorgingshuis gaan het grootste gedeelte van hun vermogen in de eigen woning zit of zat. Door de inflatie en stijging van de huizenprijzen over een langere periode heeft een groot aantal mensen een flinke overwaarde in de eigen woning opgebouwd wanneer ze 80 jaar oud zijn. Op het moment dat de woning verlaten wordt zal deze vaak verkocht worden en zal de overwaarde die daarbij vrijkomt op de spaarrekening belanden. In dat geval zal u, na 2 jaar, dit extra vermogen mee moeten gaan tellen bij de berekening van uw eigen bijdrage voor de Wlz. En dan kan het snel oplopen. We illustreren dat hieronder met een simpel voorbeeld.
Voorbeeld
Frans, een alleenstaande van 85 Jaar, die AOW-inkomen heeft, een klein pensioen van €200,- per maand en een eigen woning met een totale overwaarde van €300.000, kan niet meer zelfstandig wonen en verhuist naar een verzorgingshuis. Hij verkoopt zijn woning en ontvangt €300.000 die hij op zijn spaarrekening zet. De eerste 2 jaar zal Frans, vanwege zijn lage verzamelinkomen toen hij zijn huis nog niet verkocht had, de minimale eigen bijdrage doen van €591 per maand. Echter in zijn 3e jaar zal het bedrag op zijn spaarrekening meegenomen worden in de berekening van de eigen bijdrage en zal hij ineens het maximum per maand van €2.312 per maand aan eigen bijdrage moeten voldoen. Dit komt neer op bijna €27.500 aan eigen bijdrage in dat jaar en hij ziet het vermogen wat hij overhield na de verkoop van zijn woning in rap tempo afnemen. Na 5 jaar heeft Frans al zo’n €115.000 aan eigen bijdrage geleverd. Een grote som geld die hij, in de periode voor hij naar het verzorgingshuis ging, ook voor andere dingen had kunnen gebruiken.
Conclusie
Het is duidelijk dat het grootste deel van het vermogen vaak in de eigen woning zit. Als u geïnteresseerd bent om te lezen welke opties u heeft om te voorkomen dat u dit straks kwijt bent aan de eigen bijdrage voor de Wlz, kunt u hier klikken voor ons artikel; Benutten overwaarde vermindert eigen bijdrage zorg.