Samenwonend
Oostburg
Bob: “We zijn hier in Oostburg, in Zeeland. En we gaan op bezoek bij Hans en John, twee klanten uit 2017. En ik ben heel erg benieuwd hoe het met ze gaat.”
Zijn jullie liever samen op stap of samen thuis?
“Samen op stap”.
Kopen jullie liever een nieuwe fiets of een nieuwe auto?
“We hebben net gezegd dat wij er al 56 hebben gehad met zijn tweeën. Dus, auto’s kopen doen wij inderdaad graag.”
Gaan jullie liever op vakantie of passen jullie liever jullie huis aan?
“Nee, wij gaan liever op vakantie, maar we zorgen wel dat het huis aan kant is.”
Zijn jullie meer van het sparen of van het uitgeven?
“Op het ogenblik zijn wij wat meer aan het sparen, omdat we het niet kunnen uitgeven. We kunnen echt merken dat nu, in de coronatijd, de restaurants gesloten zijn. Want anders waren wij wel wat meer aan het uitgeven, maar we kunnen merken dat de restaurants gesloten zijn.”
Eten jullie liever een broodje haring of een broodje kroket?
“Kroket!”
“En ik een broodje haring.”
Bob: “We zitten nu bij Hans en John in Oostburg en jullie zijn al klant sinds 2017. En dat is al een aantal jaar terug. En we vonden het leuk om weer eens een keertje bij te praten, hoe het met jullie gaat.”
“En we hebben natuurlijk altijd heel goed contact gehad”
John: “Ja, dat is waar, wij zijn ook stiktevreden. We hebben er nog geen moment spijt van gehad.”
Bob: “Hoe hebben jullie ons uiteindelijk opgezocht? Want jullie zijn eigenlijk zonder afspraak van Oostburg naar Amsterdam gaan rijden? En hoelang is dat rijden met de auto?”
Hans: “Nou, dat is 2,5 uur.”
Bob: “2,5 uur, en toen hadden we geen afspraak?”
John: “Geen afspraak”
Bob: “En waren wij op kantoor aanwezig?”
John: “Nee, jullie waren niet aanwezig, maar dat vinden wij helemaal niet erg. Want als je geen afspraak maakt, kan je zo ook weer dingen tegenkomen.”
Bob: “En wat was voor jullie uiteindelijk de reden om met Behouden Huis in zee te gaan?”
John: “Ja, omdat wij samen met elkaar optrekken al 60 jaar. En er zijn geen kindertjes natuurlijk. En we hebben dus niemand achter ons. Wat doen we dan met de woning als we er niet meer zijn? Gaat hij eerst twee jaar leeg staan? We krijgen dan een heleboel rommel en trekpartijen links en rechts. En curators of notarissen, weet ik veel wat allemaal. Dat zagen we niet zitten, we wilden het van tevoren geregeld hebben.
Bob: “Maar het klinkt wel alsof jullie alles goed hebben geregeld, is dat altijd zo geweest?”
John: “Ja, ze noemen me ook wel perfectionist. Net als iemand een afspraak maakt, dan ben ik op tijd daar.”
Bob: “En jullie wonen in, zoals ik het zou omschrijven, een seniorencomplex.”
John: “Ja, het is eigenlijk gebouwd op – Hoe noemen ze dat? De levensloop?”
Bob: “Levensloopbestendig, denk ik.”
John : “Ja, daar is het op gebouwd. Dat merk je aan alle dingen hier in het pand. Want, als je binnenkomt hoef je geen sleutel te hebben. Er zit een drukknop die voor het oog hangt, en de deur gaat open. Kom je binnen, dan kan je met je elleboog op de knop drukken en de andere deuren gaan open. Anderen gaan automatisch open als je aan komt lopen.”
Bob: “Ja, en wat is het grootste voordeel van in zo’n appartementencomplex wonen? En wat is het grootste nadeel?”
John: “Nou het grootste voordeel van zo’n appartement vind ik, omdat we uit Biervliet kwamen uit een bungalow met veel grond er omheen. En dan zeg ik: je komt op een leeftijd dat je moet zeggen, dat wil ik niet meer. Het maaien, knippen, snoeien, schilderen, dakgoten schoonmaken, noem maar op. En op een gegeven moment wordt het ook moeilijker. Want, je moet een laddertje op of die boom moet gesnoeid worden, ofzo. En dan moet je verkassen op het moment dat je zelf kan. Want als je weg wordt gehaald, dan ga je naar een verpleeghuis. En dat zagen wij ook niet zitten. Dus we zeiden: we gaan verkassen. En we hadden geen haast, dus we hebben op ons gemak gekeken. En we hebben heel veel appartementen gezien. En we hebben, nogmaals, er geen seconde spijt van gehad. Nee, hier blijven we zitten tot de laatste snik zeg maar.”
Bob: “Kunnen jullie iets vertellen over de algemene ruimtes die hier zitten bij dit appartementencomplex?”
John: “Ja, toen we dat zagen op die tekening, toen we uiteindelijk dit appartement kochten. Dan hadden we ook het voordeel dat er werd gemeld: er zijn twee logeerkamers beneden en een ontmoetingsruimte. Maar, beneden heb je alles. Daar staat voor 72 personen aan bestek en borden. Diepe borden, platte borden, 72 stuks!”
Bob: “En wanneer is de verwachting dat het weer open gaat?”
John: “Ja, het is een moeilijke tijd natuurlijk nu met Corona. En zodra de terrassen en de restaurants weer openen, gaan we beneden ook weer beginnen. Want er werd gekaart, gebridged, gesjoeld. Er wordt Thai Chi gedaan, Mahjong gespeeld.”
Bob: “Kunnen jullie een voorbeeld noemen van wat jullie doen met het extra inkomen dat jullie krijgen vanuit Behouden Huis?”
John: “Ja, dat investeren wij weer. Als je nu kijkt naar de vloer. Ik heb net gezegd dat er een nieuwe vloer in zit. Ja, dat is ook weer een jaarinkomen en onderhoud die vloer. En behangen, en het plafond. We hebben de hele kamer hier opgeknapt. En, ja zo zijn wij wel. Er zijn mensen die daar anders over denken, maar het is ons woongenot. Dus vroeger gingen we drie keer in de maand uiteten, en nu vijf keer of vier keer. Je houdt aan het einde van de maand wat meer over dan dat je vroeger overhield.”
Bob: “Hoe lees je tegenwoordig de brieven?”
John: “De brieven lees ik tegenwoordig met Optelec, zo heet dat. Dat is een vergrotingsapparaat waar ik heel veel mee kan doen, omdat ik het anders niet meer kan lezen. Andere mensen hebben een bril. En die bril wordt zwaarder, en zwaarder, en zwaarder. Maar in mijn geval is het netvlies beschadigd van beide ogen. Dat apparaat leest en vergroot niet alleen, maar het doet ook nog praten tegen mij. Die maakt een foto van de tekst, en dan wordt er gesproken en leest hij de hele brief voor. En dat was toen pás nieuw. Ik kan het contrast veranderen, dat zien we nu veranderen. En ik kan het laten spreken tegen mij, wat er allemaal staat.